Als mensen taiji beschrijven hebben ze het altijd over een serie vloeiende, langzame bewegingen. Maar waarom beweeg je in slow motion bij taiji? Overigens ben je altijd welkom om het zelf eens te proberen op dinsdagavond van 201.5 tot 21.45 of donderdagmiddag van 17.30 tot 19.00 uur. Meld je nu aan!
Waarom langzaam bewegen.
- Als we langzaam bewegen kunnen we beter waarnemen wat we doen. We worden ons beter bewust van waar spanning zit in een beweging bijvoorbeeld. Als we snel bewegen kunnen we geen verschillen waarnemen. We ‘kijken’ er als het ware overheen. Als je in een hoge snelheidstrein zit kun je geen details waarnemen in het landschap dat aan je voorbij schiet. Zit je in een boemeltje dan kun je zelfs de hazen in het gras zien.
- Het verbetert onze coördinatie en techniek. Door langzaam te bewegen oefenen we ieder stukje van de beweging. Ieder traject wordt vastgelegd in de hersenen. Daarom herhalen we de bewegingen ook eindeloos. Een beweging wordt stukje bij beetje in onze motorische cortex geëtst. Mochten we dan een keer snel willen bewegen, dan gaat het als vanzelf. Alles is dan stapje voor stapje op elkaar ingespeeld geraakt. Als kind heb je stapje voor stapje leren lopen. Nu kun je moeiteloos de straat uit lopen. Je weet pas weer hoeveel inspanning en geduld het kost om te leren lopen als je ooit een been gebroken hebt en weer opnieuw moet leren lopen. Hoe doe je dat dan? Juist, eerst langzaam. Tot je weer je volledige coördinatie en controle hebt.
- Langzaam bewegen bevordert het aanpassingsvermogen van je hersenen. Als je langzaam beweegt heb je de tijd om nieuwsgierig te zijn, om te onderzoeken, om je te verbazen over de mogelijkheden die er zijn. Als je snel beweegt kun je een eenmaal in gang gezette beweging nauwelijks meer stoppen. Door de tijd te nemen om te onderzoeken en verbaast te zijn, kunnen de hersenen zich aanpassen. Oude patronen krijgen de gelegenheid op te lossen en nieuwe bewegingspatronen krijgen de gelegenheid te rijpen. In de hersenwetenschap heet dat neuronplasticiteit. En uit die hoek weten we ook dat je nooit te oud bent om te leren!
- Langzaam bewegen heelt en betrekt buiten beeld geraakte gebieden weer bij je lichaam. Stel je heb pijn in je schouder. Bij het optillen van je arm, komt die pijn opzetten. Je leert al snel die beweging te vermijden. Als je dat lang genoeg doet, raakt dat gebied volledig buiten beeld. Het is zo’n gewoonte om het niet te doen, dat je het niet eens meer weet. Door langzaam te bewegen bezoek je dat gebied weer, voorzichtig, behoedzaam, stapje voor stapje. Tot je merkt: hee, daar kan ik best nog naar toe gaan. Er is nog altijd beweging in dat gebied mogelijk, zonder verkramping. Daar begint het proces van genezen. Met verwondering ontdek je opnieuw de mogelijkheden die er nog zijn om in en vanuit dat gebied te bewegen. Wonderlijk, maar niet onmogelijk. Als je snel zou bewegen, zou je lichaam direct weer een halt toe roepen aan de beweging en kom je geen stap verder.
- Langzaam bewegen brengt je in het hier en nu. Op een of andere manier lijden we allemaal aan de haastziekte. We willen ergens snel zijn. Waarom eigenlijk? Om wat te doen als we er aangekomen te zijn? Om snel….. Zo komen we nooit aan op de plaats van bestemming, maar zijn we altijd al weer onderweg naar het volgende. Als we snel bewegen zijn we ons niet bewust van de onrust en het ongemak dat dat met zich meebrengt in onze lichaam en geest. Als we langzaam bewegen, remmen we af. We doen een bewuste poging om daar te zijn, waar we zijn en nergens anders. In het begin kan dat ongemakkelijk zijn en zelfs verveling oproepen. Dat is een fase waar we door heen moeten, net als bij vakantie. De eerste dagen vervelen we ons rot. Tot we op een gegeven moment ongehaast boodschappen doen, een kopje koffie drinken voor de tent, of op ons dooie gemakje naar het zwemwater kuieren enzovoort. Wat heet: we genieten er zelfs van!
- Langzaam bewegen stimuleert het parasympathische zenuwstelsel. Dit zenuwstelsel is onderdeel van het autonome zenuwstelsel. Het woord autonoom zegt het al: dit is het zenuwstelsel dat buiten onze wil om functioneert. het zorgt dat ons hart klopt, we ademhalen, de spijsvertering werkt en dergelijke. Het parasympathische deel functioneert bij rust en bevordert herstel. Het sympathische deel zet ons in de vecht- of vluchtstand. Als we bij taiji langzaam bewegen, bewegen we in het ritme van het parasympathische zenuwstelsel. We gaan niet in de vecht of vlucht modus. En toch bewegen we. Op die manier leert ons lichaam dat we kunnen bewegen zonder in die stress toestand van het sympathische stelsel te schieten. Iets wat we in onze haast maar al te makkelijk doen. Mensen zijn vaak getraind in twee standjes: snel of helemaal niet. Dat zijn twee uitersten. Taij is de middenweg: langzaam.
- We bewegen langzaam, om daarna doeltreffend, accuraat en ongehaast snel te kunnen bewegen. Taiji is niet alleen maar langzaam. Net zoals taiji niet alleen maar een vorm training is. Taiji is ook duwende handen (tui shou), of een vorm in tweetallen (san shou), of een wapen vorm zoals stok en zwaard. In deze vormen bewegen we snel. Zeker als we in twee tallen oenen betekent dat dat we doeltreffend en accuraat moeten zijn in onze bewegingen. En snel. Dat kan alleen als we ontspannen zijn maar wel tegelijkertijd alert. Zoals een kat een muis vangt. Door langzaam te bewegen ontdekken we dat we vanuit een andere modus snel kunnen bewegen, ongehaast. Als we op dat punt zijn aangekomen, dan hebben we enorm veel profijt van taiji in ons dagelijks leven.
Dus: we oefenen langzaam en snel. Dat is het yin yang principe van taiji. Yin is ingetogen, rustig, ontspannen. Yang is snel, naar buiten gericht, krachtig. Maar yang manifesteert zich op basis van yin. In leidt zou je kunnen zeggen. Als we alleen maar yang zijn (snel, gehaast, gespannen) dan verbruiken we ons yin. En uiteindelijk raken we uitgeput. Komt dat je bekent voor? Oefen dan taiji. Vanuit het yin: open en alert in het leven staan, bereid om alles wat op je weg komt te ontmoeten.