Yangstijl

Yang Lu Chan (1799 – 1872) is de vader van de yangstijl. Yang Lu Chan had al wat training in Chinees boxen achter de rug, toen hij op aanraden van zijn leraar vertrok naar Chen, een dorpje waar een befaamde vechtmeester leefde: Chen Chang Xing. Yang kreeg echter niet zonder slag of stoot toegang tot de geheimen van de Chen familie. Het verhaal gaat dat Yang Lu Chan s’nachts heimelijk de training van Chen en zijn studenten observeerde, vervolgens de bewegingen in zijn eentje oefende en zo de kunst van het vechten zich eigen maakte. Op een dag nodigde meester Chen hem uit te vechten met zijn studenten. Yang Lu Chan versloeg ze allemaal. Meeste Chen besloot daarop Yang Lu Chan zelf te onderrichten.

Eenmaal volleerd bij meeste Chen vertrok Yang Lu Chan naar Beijing waar hij onder andere de keizerlijke garde trainde. Yang Luc Chan droeg zijn kennis geheel in lijn met de traditie over aan zijn zonen Ban Hou en Jian Hou. Ban Hou overleed in 1892. Jian Hou vereenvoudigde de oude yang stijl of old frame of small frame, in een medium frame, en maakte daarmee, geheel in overeenstemming met de tijdgeest, de stijl toegankelijker.

Yang Shou Hou, de zoon van Jian Hou, ontwikkelde de yangstijl verder. De houdingen werden hoger en hij stopte versnellingen en ontladingen (Fa Jin) in de vorm. Yang Chen Fou legde uiteindelijk de basis voor de moderne Yangstijl, ook wel large frame. Deze vorm is open, simpel en direct. De bewegingen zijn gelijkmatig en soepel. Het is veruit de meest beoefende taijistijl op dit moment.

In Centrum Well beoefenen we de yangstijl. We beoefenen een korte vorm (54 houdingen) en een lange vorm (108 houdingen). Bij beiden komen de taijiprincipes en -toepassingen uitgebreid aan bod.