De vorige les ging over Wuji, de grondslag van de taiji. Wuji gaat over onze innerlijke houding tijdens de taiji. Hoe meer we die ons eigen maken, hoe meer die innerlijke houding doorsijpelt naar ons dagelijks leven. Dat is voor mij ook het waardevolle van taiji oefenen.
Een ander principe wat we door de hele vorm terugzien is het principe van de zes harmonieën. Wat zijn de zes harmonieën? Er zijn drie interne harmonieën en drie externe harmonieën.
De drie interne harmonieën bestaan uit het op elkaar afgestemd zijn van het Hart of de HartGeest (Shen), de intentie (Yi) en kracht (Qi).
De drie externe harmonieën bestaan uit het gecoördineerd bewegen van de schouders en de heupen, ellenbogen en knieën, handen en voeten.
De drie interne harmonieën of op zijn Chinees: san nei he
Als we beginnen aan iets moet onze geest sterk zijn. Dat wil zeggen: de Geest (Shen) is open en niet afgeleid. Door open te zijn, alert te zijn wordt alles opgemerkt. Niet afgeleid wil zeggen stabiel, niet verstrikt in emoties. Als we iets moeten doen en we zijn tegelijkertijd verstrikt in verdriet of angst, dan zijn we niet en niet open (want met die gevoelens bezig) en we zijn afgeleid van wat we eigenlijk willen doen.
We hebben een duidelijke intentie (Yi). We zijn open, maar hebben wel een duidelijke intentie. Die intentie is ook gericht op iets af willen maken, iets ingang zetten en helemaal afhandelen. We focussen zonder openheid te verliezen. Dat betekent dat we flexibel kunnen reageren op de omstandigheden, zonder stabiliteit of focus te verliezen. Het betekent ook dat we weten wat we moeten doen, we hebben ervaring. We kennen methoden en technieken door en door. We kunnen daar al naar gelang de situatie vereist spontaan gebruik van maken.
Als er opmerkzaamheid is en intentie of de juiste techniek, dan kan er energie (Qi) vrijkomen om de taak die voor je ligt of die op je pad komt, op te pakken en te volbrengen. Qi is een dynamische beweging van yin en yang. Waar wuji, stilte is, is qi beweging.
Als Shen, Yi en Qi in harmonie met elkaar zijn, is er taiji, een soepele, vloeiende, vrije beweging.
Het mag duidelijk zijn dat als we dit trainen in onze taiji, dit ook doorsijpelt in ons dagelijks leven. We merken dat we meer gefocused zijn, dat we minder van slag raken als er ineens iets verandert en dat we in actie kunnen komen als de situatie er om vraagt.
Deze tijd doet echt een beroep op onze flexibiliteit en stabiliteit. Kunnen we meebewegen, kunnen we van richting veranderen zonder uit balans te raken? Kunnen we bij onze oorspronkelijke intenties blijven? Dat is de grote uitdaging.
De drie externe harmonieën of op zijn Chinees: san wei he
Een bekend taiji principe luidt: Als een deel beweegt, beweegt alles.
De drie externe harmonieën gaan over verbinding. Handen zijn verbonden met voeten, ellenbogen met knieën, schouders met heupen.
Denk ook aan het principe: de beweging begint in de voeten, komt door de benen, krijgt richting in de heupen en komt tot uitdrukking in de handen.
Als je bijvoorbeeld afweer links inzet, dan breng je je gewicht in rechts. Door de druk van je rechtervoet kun je een spiraalkracht omhoog sturen door je been naar de heupen. Tegelijkertijd zinkt je dantian, het gewicht is in het rechterbeen. Je rechter heup draait naar achteren, je linker heup komt naar voren gevolgd door de schouder, ellenboog en hand die net als het linkerbeen een spiraal maken. Schouder, ellenboog en hand hebben dezelfde vorm en spiraal als de heup, knie en voet. Nog steeds vanuit het contact van de rechtervoet met de grond, komt de stap van links naar voren en het in een spiraal opendraaien van links tot de beweging afweer links.
Deze externe harmonie werkt natuurlijk soepel samen met de drie interne harmonieën. De Geest (Shen) is open en opmerkzaam. Je voelt het lichaam van binnenuit. Je intentie (Yi) is gericht op het maken van de beweging en de beweging is van top tot teen gevuld met qi.
Het klinkt misschien ingewikkeld, maar het valt best mee. Kijk maar naar hoe een kat beweegt. Als kitten hebben ze in het nest door met elkaar te spelen geleerd om soepel en snel te bewegen. Eenmaal volwassen kunnen ze doelgericht op een muis springen bijvoorbeeld. Als wij taiji oefenen is het net zo. We zijn lekker bezig, speels, met goede zin. En gaandeweg maken we ons de bewegingen eigen. En op een dag merk je dat je in de supermarkt soepel met je wagentje tussen de schappen en mensen door laveert. Anderhalve meter afstand houden wordt een spel (ook al is het serieus).
Als je komende week thuis taiji doet, bestudeer dan eens de zes harmonieën in die mooie beweging grijp de mus bij de staart: afweer links, afweer rechts, rol terug, druk en duw.
Heel erg fijne taijiweek!