Meditatie

Prajnaparamita Hartsoetra

De Prajnaparamita Hartsoetra is een soetra die het hart van de boeddhistische kijk op de werkelijkheid omschrijft. De soetra doet dat heel beknopt en bondig.

Een soetra is een boeddhistische tekst . Het zijn ooggetuigenverslagen. Ze zijn een neerslag van een toespraak van de Boeddha of een bodhisattva of een gedachtewisseling tussen de Boeddha en zijn leerlingen of tussen bodhisattva’s. In de Prajnaparamita Hartsoetra vertelt de bodhisattva Avalokitesvara over zijn inzicht aan Shariputa is een van de twee belangrijkste leerlingen van de Boeddha.

Een bodhisattva is een verlicht mens die anderen helpt hetzelfde inzicht te verkrijgen en zo dezelfde staat van verlichting te verwezenlijken. Avalokitesvara is de boddhisattva van groot mededogen. Verblijvend in diepe meditatie ‘kijkt’ hij (of zij) direct naar de vijf skandha’s en ziet dat ze allemaal leeg zijn. Hierbij betekent zien, direct weten. Prajna is een vorm van inzicht zonder tussenkomst van het logische denken. Het is een directe vorm van kennis. Geen boekenkennis, maar gestoeld op een diep van binnen weten. Het is doorleefd. Wijsheid of inzicht is een van de zes paramita’s, of deugden die leiden tot bevrijding: vrijgevigheid, discipline, geduld, toewijding, concentratie of meditatie en wijsheid.

Onze persoonlijkheid, of ons zelf, wordt volgens de boeddhistische beschrijving opgebouwd uit 5 skandha’s, vijf elementen of vijf overgangen. De vijf skandha’s zijn: vorm, gevoel, waarneming, drijfveer en bewustzijn.

Vorm gaat over tastbare zaken, over stoffelijkheid. Als het over ons gaat, dan gaat het dus over ons lichaam. Er zijn zes tastbare vormen, onze zintuigen: oog, oor, neus, mond of tong, huid en ons denkvermogen. Het boeddhisme ziet onze hersenen dus als een zintuig.
Maar vorm omvat niet alleen de zintuigen, het omvat ook het waarnemen: zien, horen, ruiken, proeven, voelen en denken.
En het omvat dat wat waargenomen wordt. Het gaat daarbij om een kale waarneming, los van de emotie, het gevoel erover of een concept.

Gevoel verdelen de boeddhisten onder in drie soorten: aangenaam, onaangenaam of neutraal. Het is een directe respons op een waarneming.

Waarneming: in het gebied van de waarneming wordt dat wat waargenomen wordt benoemd in een vorm van een concept. De benoeming van dat wordt waargenomen wordt is gebaseerd op eerdere waarnemingen of ervaringen.

Drijfveren zijn wilsactiviteiten van de geest. Ze worden ook wel mentale formaties genoemd. Het boeddhisme is heel precies in het benoemen ervan. Er zijn er 52 waaronder mededogen, liefde, haat, aandacht, wil, vastbeslotenheid, vertrouwen, concentratie, idealen, stemmingen, wijsheid, samadhi, onwetendheid, verwaandheid, ideeën over het zelf, gehechtheid, aversie enz.
Uit een mentale formatie volgt over het algemeen een handeling in de vorm van lichaam, spraak of geest.

Tenslotte is er het bewustzijn van vorm en alle andere skandha’s.

Wat Avoliketesvara zag, was deze skandha’s leeg zijn. Ze bestaan niet op zichzelf. Ze kennen geen onafhankelijk bestaan. Dit is omdat dat is. De skandha’s en het zelf zijn dus leeg van en onafhankelijk op zichzelf staand zelf.

Omdat de 5 skandha’s leeg zijn is ook de 12 schakels van onderling afhankelijk ontstaan leeg. Deze keten van bestaan begint met onwetendheid en eindigt met ouderdom en dood om weer opnieuw te beginnen met onwetendheid etcetera.

Omdat alles leeg is, zijn ook de vier edele waarheden leeg, ze bestaan niet op zichzelf, los van elkaar. Als de een onstaat, ontstaat ook de ander. Houdt de een op te bestaan, dan is de ander er ook niet meer. De vier edele waarheden van de Boeddha zijn:
Er is lijden
Er is een ontstaan van lijden
Er is een einde aan lijden
Er is een weg naar het einde van lijden, namelijk het achtvoudige pad.

Maar ook het lijden, het ontstaan van lijden, het stoppen van lijden en de weg naar het stoppen van lijden zijn leeg, dat wil zeggen: ze bestaan niet op zichzelf.

Als je dat ziet, weet, doorleeft, dan ben je vrij, dan zijn er geen hindernissen meer en is er ook geen angst meer omdat er niets is om bang voor te zijn.

Avalokitesvara geeft ons een mantra om ons aan deze wijsheid te herinneren:

Gate Gate Paragate Parasamgate Bodhi Svaha

Gegaan, gegaan, naar de andere oever gegaan, samen naar de andere oever gegaan. Het grote ontwaken, energie en geluk voor iedereen.

Mantras zijn korte teksten bedoeld om te reciteren. De tekst of misschien liever gezegd de klank, doet zijn werk. Ze zijn bedoeld om een bepaalde energie op te wekken in de geest, bijvoorbeeld de energie van wijsheid of inzicht, de energie van mededogen. Het reciteren van mantras kan ook helpen de geest te zuiveren. Mantras beschermen de geest. Ze zorgen ervoor dat de geest op de juiste wijze gericht blijft.

Zen en de Prajnaparamita Hartsoetra

Zen valt onder de school van het Mahayana boeddhisme. Deze stroming kenmerkt zich door het bodhisatva ideaal. De beoefenaren streven naar Verlichting, niet voor zichzelf, maar om alle levende wezens te helpen hetzelfde te verwezenlijken.

De Hartsoetra wordt vrijwel in alle zenscholen gereciteerd, vaak aan het begin van een meditatiebijeenkomst, maar ook bij ceremonieën. Ook de bijbehorende mantra wordt dan gereciteerd. Los daarvan komt mantra recitatie niet veel meer voor in zen.

Hier kun je de Japanse versie van de Hartsoetra openen en een Nederlandse vertaling. De Japanse versie is in oud Japans. De Nederlandse versie is gebaseerd op de vertaling zoals hij staat in het commentaar en van de boeddhistische zenleraar Thich Nhat Hanh: Vorm is leegte, leegte is vorm.

Hartsoetra Japans
Hartsoetra Nederlands